Onderzoekslijnen knie
Sinds 2005 wordt veelal dezelfde primaire totale knieprothese gebruikt. Gemiddeld worden er meer dan 400 knieprotheses per jaar geplaatst. Net als bij de heupprothese levert dit een schat aan ervaring op, maar ook enorme aantallen patiënten die met deze prothese behandeld zijn en dus zeer geschikt om wetenschappelijke vraagstukken op te lossen.
Natuurlijk onderzoeken we hoe goed deze patiënten het na de operatie doen en bij hoeveel patiënten er een revisie van de prothese plaats moet vinden. Ook kijken we naar nieuwe ontwikkelingen in de operatietechniek en het te gebruiken instrumentarium. We doen onderzoek naar het effect van een knieprothese op participatie in werk (samen met het Coronel Institute van het Amsterdam UMC) en het effect op het welzijn bij de steeds jonger wordende patiënt. Door de goede resultaten van knieprothese daalt namelijk de leeftijd vanaf wanneer de prothese bij een patiënt geplaatst wordt. Verder besteden we aandacht aan de kleine groep die na het plaatsen van een knieprothese niet (helemaal) tevreden is.
Tot slot richt ons onderzoek zich op het plaatsen van hemi-knieprotheses bij patiënten die slechts in één helft van de knie artrose hebben. Ook met deze prothese hebben we jarenlange ervaring en doen we onderzoek naar de overleving van de prothese, de tevredenheid onder patiënten en de operatietechniek die we gebruiken.